• darkblurbg

 

  1. Negeren van andere honden.
    De combinaties staan in een rij opgesteld, met een tussenruimte van 2 - 3 meter, de honden aangelijnd zittend naast de handlers.
    Startend bij nummer 1 gaan de combinaties om de beurt voor en achterlangs de opgestelde rij.
    De hond hoeft hierbij niet te “volgen”, maar dient vrij meelopend (lus in de lijn) naast de handler te lopen.
    De afstand tussen de passerende hond en de zittende hond moet zodanig zijn dat deze niet bij elkaar kunnen komen (2X riemlengte).
    De te lopen lijnen worden met pionnen gemarkeerd. Het noemen van de naam bij de start, is toegestaan.

    Deze oefening word met een groep van minimaal 3 to maximaal 6 combinaties uitgevoerd.
    De oefening moet met een voldoende afgerond worden om diploma te behalen.

  2. 1 minuut af in zicht.
    De combinaties staan met een tussenruimte van ongeveer 2 - 3 meter in een rechte lijn naast elkaar opgesteld, de honden zittend naast de geleiders.
    Op aanwijzing van
    de examinator/instructeur geven de geleiders om beurten de hond het commando te gaan liggen.
    De hond dient zonder te aarzelen het commando op te volgen en recht
    naast de geleider te gaan liggen.
    Op aanwijzing van de examinator/instructeur geven
    de geleiders de hond een laatste commando, laten de lijn vallen en verlaten de hond.
    Vervolgens stelt hij zich, op een afstand van ca. 10 meter in zicht voor de hond op, gedurende 1 minuut.
    De 1 minuut gaat in als de laatste geleiders op de aangewezen
    plaats zijn aangekomen.
    Na 1 minuut, op aanwijzing van de examinator/instructeur
    keren de geleiders terug en gaan daarna naast de hond staan.
    Op aanwijzing van de
    examinator/instructeur geven de geleiders om beurten, in omgekeerde volgorde, de hond het commando te gaan zitten en wordt de lijn opgepakt.

    Toelichting:
    Commando’s: Af, Blijf, Zit
    Na het laatste commando blijf mag er geen extra commando weer worden    gegeven, dit geldt dus ook voor handgebaren.

  3. Aangelijnd volgen.
    Bij het volgen loopt de hond met zijn schouders ter hoogte van de geleider zijn knie.
    Tijdens het volgen maakt de hond geregeld contact d.m.v. kijken.
    Tijdens het volgen
    mag de riem niet gespannen staan.
    De wendingen die tijdens het volgen worden
    gebruikt zijn:
    Duitse draai
    Links omkeert
    Rechts omkeert
    Linksom
    Rechtsom
    De lijn wordt in de linkerhand gehouden.

    Toelichting:
    Bij het halt houden dient de hond recht naast de geleider te gaan zitten.
    Commando: volg.

  4. Staan en betasten.
    De hond moet op commando van de geleider recht naast de geleider gaan staan.
    De
    geleider gaat schuin voor de hond staan, de hond blijft aangelijnd. Indien geleider de lijn vasthoudt moet deze wel slap hangen.
    De lijn mag dus niet strak
    staan. De hond moet zich nu rustig in stand aan alle kanten laten beoordelen.
    Hierbij
    kan de examinator met één hand de halsband vasthouden.
    Dit alles moet de hond
    rustig toelaten, zonder te wringen of te draaien om uit te wijken, of om te trachten de examinator te bijten.
    Een enkele geringe verplaatsing
    wordt niet aangerekend.
    Op aanwijzing van de examinator gaat de geleider weer naast de hond staan en geeft de hond opdracht te gaan zitten.
    De hond dient recht naast de geleider te gaan
    zitten.

    Toelichting:
    Commando’s: Sta, Blijf, Zit
    Tijdens het betasten mag de geleider de hond geruststellend toespreken; dit mogen   geen commando’s zijn.

  5. Gebit tonen.
    De geleider tilt voorzichtig de lippen van de hond omhoog om het gebit aan de examinator/instructeur te laten zien.
    De kop van de hond wordt naar de
    examinator/instructeur gedraaid zodat de tanden goed zichtbaar zijn.
    Toelichting:
    • Het zicht van de hond mag nooit belemmerd worden.
    • De lippen aan de voorkant van de snuit mogen niet te hoog worden opgetild.
    • De hond blijft aangelijnd.

  6. Voor komen.
    De hond wordt in zit-positie gebracht.
    De geleider gaat op riemlengte voor zijn hond
    staan en geeft het commando voor.
    De hond gaat vervolgens zo dicht mogelijk recht
    voor de geleider zitten.

    Toelichting:
    Commando’s: Zit, Voor

  7. Aan de voet.
    Na het voorkomen geeft de geleider het commando voet.
    De hond passeert de
    geleider aan de rechter kant en gaat links naast de geleider zitten.

    Toelichting:
    Commando’s: Voet

  8. Posities op afstand.
    De hond wisselt twee keer van positie (zit/af) op commando van de geleider en blijft hierbij op zijn oorspronkelijke plaats.
    Een ‘grens’ is hierbij gemarkeerd net achter de
    hond door een denkbeeldige lijn te trekken tussen twee markers.
    De geleider
    commandeert zijn hond af op aanwijzing van de instructeur op de daartoe aangewezen plaats voor deze ‘grens’.
    De geleider verwijdert zich op aanwijzing van
    de instructeur ca. 0,5 meter van de hond in de aangegeven richting.
    De instructeur
    toont de geleider in welke volgorde (zit/af) de hond van positie moet wisselen.
    De
    laatste positie is “af”. Door middel van (KORTE) hand-/armsignalen en/of stem (gelijktijdig) instrueert de geleider de hond welke positie hij moet innemen.
    Na het
    laatste “af” commando keert de geleider op aanwijzing van de steward terug naar de hond en commandeert de hond in de startpositie.

    Toelichting:
    Commando’s: Blijf, zit, af.

  9. Vlak apport.
    De geleider stelt zich op met de hond zittend in de startpositie.
    Op aanwijzing van de
    instructeur gooit de geleider een eigen voorwerp (apporteerblok, dummy, bal, knuffel), minstens 10 meter in een door de instructeur aangegeven richting.
    De hond
    krijgt het commando om het apporteervoorwerp te apporteren en de hond dient hieraan vlot, opgewekt en via de kortste weg naar de geleider terug te keren en direct voor de geleider te gaan zitten. De hond moet het apporteervoorwerp vasthouden totdat de geleider dit, op aanwijzing van de instructeur, vast neemt en de hond het bevel geeft los te laten.

    Toelichting:
    Commando’s: Blijf, apport, hier, los.
    Hond zal aan een lange lijn vast zitten.


10. Algemene indruk.
Hier wordt beoordeeld of er een goede verstandhouding is tussen de hond en de geleider.
De hond moet een ontspannen/vrolijke indruk maken. Ruw gedrag leidt bij
herhaling tot diskwalificatie.
De hond moet sociaal reageren tegenover and
ere honden/ mensen.

De oefening moet met een voldoende afgerond worden om diploma te behalen.